Bechamelsaus… het is zo’n nederig en simpel gerecht, maar in veel recepten — bijvoorbeeld bij lasagne — is het datgene wat de boel maakt of breekt. Met een goede, zelfgemaakte bechamelsaus als basis wordt jouw volgende gerecht helemaal perfect. En het beste? Je maakt ’t binnen tien minuten en het kost ook nog ‘ns bijna niks.
Het is dus hartstikke zonde om bechamelsaus in de winkel te kopen. Zelfgemaakt is veel lekkerder en je weet zeker dat er geen rare smaak- en kleurstoffen in zitten. Gewoon doen dus!
Wat is bechamelsaus?
Bechamelsaus is de klassieke, witte saus die men meestal over de bloemkool eet. “Met een papje!”, Hoor je ’t Ome Willem nog zingen? Sommige mensen denken dat bechamelsaus een kaassaus is. Dat klopt niet. Eigenlijk kun je het ’t beste omschrijven als een ‘basissaus’ . Het is een zachte, romige saus die van zichzelf niet veel smaak heeft. En dat maakt ‘m nou juist zo geschikt voor allerlei toepassingen…
want je kunt dus wel prima kaas aan bechamelsaus toevoegen om een kaassaus te krijgen. Of je doet er paprikapoeder in voor ’n wat pittigere saus. Juist omdat het zo neutraal is, kun je er alle kanten mee op. En anders is het de perfecte toevoeging aan een ovenschotel, pasta bake of lasagne. Door de romige saus kookt de pasta gelijkmatig en wordt het resultaat overheerlijk.
Van dit recept maak je 500 ml bechamelsaus, genoeg voor 4 porties of ’n grote schaal lasagne
Ingrediënten:
- 40 gr roomboter
- 40 gr tarwebloem
- 500 ml (volle) melk
- ¼ tl gemalen nootmuskaat
- peper en zout naar smaak
Recept voor bechamelsaus
Verhit een sauspannetje op laag vuur en smelt er de roomboter in. Voeg er dan in één keer de bloem aan toe en roer het geheel goed door elkaar. Kook de bloem zo enkele minuten, totdat het mengsel op ’n deeg lijkt. Je hebt nu een roux gemaakt.
Wanneer de bloem goed gaar is (na ongeveer 3 minuten) voeg je er beetje bij beetje de melk aan toe. Roer ondertussen goed met een garde, om klontjes te voorkomen. Wanneer je alle melk hebt toegevoegd breng je de bechamelsaus terug aan de kook. Je zult nu merken dat de saus indikt. Het is de bedoeling dat het de dikte heeft van vanillevla… en natuurlijk geen klontjes.
TIP: heeft jouw saus nog wel klontjes? Blijf dan stevig roeren met een garde totdat ze eruit zijn. Lukt dit écht niet, dan kun je de saus altijd nog door een zeef duwen om van de klontjes af te komen. Weggooien hoeft echt nooit!
Wanneer de saus dik en glad is voeg je er nootmuskaat, zout en peper naar smaak toe. Eet smakelijk!
Social media
Wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe recepten? Volg me dan op FACEBOOK, INSTAGRAM, of TIKTOK.
Voor de nieuwste video's kun je je gratis abonneren op mijn YOUTUBE kanaal.